Weetjes en nieuwtjes voor de bewoners...
Op deze pagina vindt u algemene informatie over de mogelijkheden (en beperkingen) voor het laden van elektrische wagens en elektrische laadpunten in de kelderruimte of op buitenparkings van de residentie Bergerheide.
Voor bijkomende info en/of vragen kan u altijd terecht bij onze syndicus of bij de netbeheerder Fluvius.
Klik op een van deze links op snel naar dit onderwerp te gaan. Uiteraard kan louter naar beneden scrollen ook...
Op 26 juni 2023 vroeg de RME Bergerheide aan de Hulpverleningszone Noord-Limburg of het veilig is om het parkeren en laden van elektrische of hybride auto's in de kelderruimte onder de 3 blokken van de residentie van Bergerheide toe te laten.
Opmerking RME: verkregen informatie kan later wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Antwoord op 27 juni:
----------------------------------------------------------------------------------------------
Als antwoord op beide vragen kunnen wij een positief antwoord geven.
Wij adviseren wel om de ‘regel van goed vakmanschap voor het elektrische voertuigen in ondergrondse parkings’
(zie hier) toe te passen. Belangrijkste punten uit dit document:
Parking dient volledig (ook alle parkeerplaatsen) uitgerust te worden met automatische branddetectie
Er dient voldoende verluchting te zijn
Uitbater dient afspraken te maken met takeldiensten om voertuigen uit de parking te kunnen takelen
Met vriendelijke groeten,
Peter Van Grieken
Manager Risicobeheersing
Specialist preventie/BSL
Hulpverleningszone Noord-Limburg
Norbert Neeckxlaan 52Z
3920 Lommel
------------------------------------------------------------------------------
Het document lezen of downloaden: klik hier.
In Bergerheide woont u samen met anderen en moet u dus rekening houden met de beperkingen van de mede-eigendom.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld auto's op LPG is de toegang tot ondergrondse parkeergarages voor elektrische auto's niet beperkt.
In principe kunt u zelf beslissen om een laadpaal bij uw ondergrondse parkeerplaats te installeren. U hoeft dat niet te vragen aan de syndicus, u moet het wel melden. ‘Dat moet minstens twee maanden voor de start van de werken gebeuren, met een aangetekende brief aan de syndicus of de mede-eigenaars. In de brief moet een duidelijke beschrijving van de werken staan. Komt er geen reactie, dan wordt de mede-eigenaar geacht de werken te mogen uitvoeren.’
De andere mede-eigenaars kunnen verzet aantekenen tot twee maanden na ontvangst van de brief, maar alleen op grond van een rechtmatig belang. ‘Dat kan bijvoorbeeld als zo'n infrastructuur zich al in de gemeenschappelijke delen van het gebouw bevindt, of als de vereniging van mede-eigenaars de werken zelf wil uitvoeren.
Zie ook uitleg verder naar beneden bij de 'vragen en antwoorden': "je laadpaal plaatsen in mede-eigendom".
Het is aangeraden de laadpaalkwestie op de algemene vergadering aan te kaarten, want individuele initiatieven leiden vaak tot grotere problemen achteraf. Mogelijk moeten extra installaties in de garage geplaatst worden, zoals sprinklers of alarmen. In een appartementsgebouw is het niet altijd mogelijk of vanzelfsprekend de aanpassingen te doen die nodig zijn om de veiligheid te garanderen. Denk bijvoorbeeld aan een vlotte toegang voor de brandweer.
Eerst een cliché de wereld uithelpen: elektrische wagens branden niet meer of minder dan auto’s met verbrandingsmotoren.
Wel heeft een brand van een EV enkele specifieke kenmerken, waardoor die moeilijker te blussen valt, zoals de samenstelling van de batterij die voor een hevigere brand zorgt of de zogenaamde “thermal runaway” (zie verder naar beneden bij 'lopen elektrische auto's een verhoogd brandgevaar?' of bij dit artikel over de scheepsbrand nabij de Waddeneilanden, Nederland).
Het is niet bewezen dat de kans op brand bij een elektrische wagen groter is dan bij een auto met een verbrandingsmotor. Er komt wel meer kijken bij het blussen van een elektrisch voertuig. Dat heeft te maken met de oplaadbare batterij. De oververhitting van één batterijcel is voldoende om ook de andere batterijcellen te doen opwarmen, zodat een kettingreactie ontstaat en alle cellen in brand vliegen.
Daarom wordt een brandende e-auto zodra het vuur onder controle is ondergedompeld in een container met water.
Maar in een ondergrondse parkeergarage is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Het koninklijk besluit Basisnormen Brand wordt momenteel aangepast om de algemene veiligheid in nieuwe parkeergarages te verbeteren. Maar veel discussies tussen mede-eigenaars gaan over bestaande parkings.
Bij voorkeur wordt een laadpaal buiten geplaatst, het liefst op 10 meter van de gevel.
Zie info ook bij 'vragen en antwoorden - publieke laadpalen' beneden.
Let er ook dan op dat de plek vlot bereikbaar is voor de brandweer, mocht er ooit brand uitbreken. Wilt u er toch een in de ondergrondse parkeergarage? Dan nooit lager dan niveau -1 is aangeraden.
Belangrijk om weten voor u een laadpaal laat installeren, is welk elektriciteitsnet er bij u ligt. ‘n Vlaanderen zijn dat vooral netten op 400 volt. Die zijn voldoende sterk voor laadpalen waarmee u uw wagen snel kunt opladen (in 3 uur en minder). Maar in sommige stadscentra liggen nog netten van 230 volt. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn. U kunt een netaanpassing doen en uw aansluiting laten verzwaren.
Informeer dus bij uw netbeheerder naar uw aansluiting op het net. In Peer kunt u daarvoor terecht bij Fluvius.
Bron: De Tijd.
De spectaculaire brand op een vrachtschip bij de Nederlandse Waddeneilanden zou uitgebroken zijn bij een elektrische auto. Het is lang niet het eerste incident dat vragen doet rijzen over het brandgevaar van de auto van de toekomst.
Is dat ook terecht?
Een artikel van JORN LELONG, in DeMorgen van 28 juli 2023.
Één overleden bemanningslid en meerdere gewonden: dat is voorlopig de balans van de brand op het vrachtschip Fremantle Highway nabij het Nederlandse Waddeneiland Ameland. Op het Panamese schip, dat 3.000 wagens vervoert, zaten 23 bemanningsleden toen in de nacht van dinsdag op woensdag brand uitbrak. Omdat het vuur zich snel verspreidde, bleek blussen al snel onbegonnen werk: zeven bemanningsleden sprongen in het water en werden later door andere schepen opgepikt.
Op de Waddeneilanden hoopt men vooral niet dat hetzelfde gebeurt als met het vrachtschip Felicity Ace vorig jaar. Dat schip bleef door een brand dagenlang stuurloos liggen, tot het uiteindelijk slagzij maakte en zonk voor de kust van de Azoren. Een lading van 4.000 luxeauto’s - goed voor een waarde van meer dan 400 miljoen euro - verdween in de Atlantische Oceaan.
Bij beide voorvallen zou een brand die uitbrak in een elektrische auto aan de oorzaak liggen. Brand bij elektrische auto’s is dan ook moeilijk te blussen. “Het blussen van de wagen zelf verloopt nagenoeg hetzelfde als bij een auto op brandstof”, zegt Alain Habils, woordvoerder van de brandweerzone Vlaams-Brabant West. “Maar wat anders is, is dat je bij elektrische wagens een accu hebt waarin een chemische reactie kan ontstaan, waardoor de brand tot uren erna weer kan opflakkeren.” Dat probleem geldt trouwens ook bij hybridewagens, die eveneens een accu bevatten.
De afzonderlijke accucellen kunnen bij een brand oververhit raken en een kettingreactie veroorzaken bij aangrenzende cellen, als een Mexican wave die rondgaat in een stadion. Op die manier blijft de batterij voortdurend zuurstof aanmaken. Het kan tot 24 uur duren voor alle cellen afgekoeld zijn en het gevaar geweken is. “Al die tijd moet de batterij gekoeld worden, en dat is wat het zo moeilijk maakt”, zegt Habils.
TUSSENWANDEN PLAATSEN
Een hele dag lang met een brandslang blussen zou niet alleen het waterverbruik gigantisch de hoogte in jagen, het zou ook weinig efficiënt zijn. De accu zit ingebouwd in een kast die er net op voorzien is om om weer en wind te weerstaan, waardoor het koelwater, maar moeilijk tot bij de accu kan komen.
Bij een aantal nieuwere elektrische modellen is het mogelijk om rechtstreeks water in de batterij in te brengen, maar bij verreweg de meeste wagens zit er niets langer op dan ze een hele dag onder te dompelen in een met water gevulde koelcontainer. “Al betekent dat niet dat heel de auto onder het water moet”, zegt Habils. “Het volstaat om het batterijvak onder te dompelen, en dat bevindt zich meestal onderaan.”
Toch is het verre van eenvoudig om overal op tijd zo’n koelcontainer te installeren, en al helemaal niet op een groot vrachtschip. Zijn er andere oplossingen mogelijk? “Vrachtschepen met personenwagens zouden hun brandveiligheid kunnen vergroten door meer afstand tussen auto’s te laten, of fysieke tussenwanden en sprinklerinstallaties te voorzien”, zegt Tom Hessels, adviseur Energie- en transportveiligheid bij het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). “Maar het belangrijkste is om de crew voldoende opleiding en uitrusting te geven, zodat een brand zo snel mogelijk gedetecteerd en geblust kan worden voor de accu’s betrokken raken. Als de accu wel betrokken is, biedt snel en juist ingrijpen de kans om de situatie onder controle te houden.”
Na de dramatische brand bij de Felicity Ace koos een aantal scheepvaartbedrijven voor een radicalere oplossing. Zo liet de Noorse veerbootmaatschappij Havila Kystruten begin dit jaar weten dat je met een elektrische, hybride- of waterstofauto niet meer welkom bent, vanwege het brandgevaar.
BRAND TIJDENS OPLADEN
Het duidt op de onrust die een aantal spectaculaire incidenten met elektrische wagens - denk maar aan het bericht dat de brandweer van Pennsylvania twee uur en 45.000 liter water nodig had om een Tesla te blussen - veroorzaakt heeft. Wie vandaag een elektrische auto koopt, wordt vroeg of laat waarschijnlijk getrakteerd op de opmerking: ‘Zorg maar dat hij niet in brand vliegt!’
Toch is er tot op heden geen bewijs dat elektrische wagens vaker vuur zouden vatten dan brandstofwagens. Zie ook hier. Van de 4.744 autobranden die in 2021 in Nederland plaatsvonden, ging het in 55 gevallen om elektrische wagens. Dat is dus 1,3 procent van het totale aantal, terwijl 4 procent van het Nederlandse wagenpark uit elektrische wagens bestaat. “Ook uit buitenlands onderzoek blijkt voorlopig dat wagens op brandstof vaker vuur vatten”, zegt Hessels. Al is er wel een belangrijke nuance: elektrische wagens zijn over het algemeen nieuwer dan de brandstofwagens die nu rondrijden. “Het blijft dus afwachten wat voor effect veroudering heeft op die wagens.”
Wel is het zo dat elektrische auto’s op andere momenten vuur vatten. Zo ontstaat een deel van de branden bij de elektrische wagens tijdens het opladen. Op vlak van preventie valt daar nog heel wat winst te boeken, zegt Tim Renders, die bij de brandweer werkte en vandaag consultant brandveiligheid is. “Veel mensen laden hun batterij ’s nachts op en zelfs in hun inkomhal: pal op de vluchtweg naar buiten. Dan zit je bij een brand natuurlijk als ratten in de val. Ik zou altijd adviseren om je batterijen in een andere ruimte op te laden en onder een rookmelder. Alleen zo kun je op tijd ingrijpen mocht het misgaan.”
Voor de bouw van nieuwe residentiële gebouwen met minstens twee parkeerplaatsen of de renovatie van oudere appartementsgebouwen met minstens tien parkeerplaatsen gelden nieuwe verplichtingen op het gebied van elektrische laadpunten.
Woon je in een appartementsgebouw en wil je je auto thuis opladen? Dat kan door parkeerplaatsen van laadinfrastructuur te voorzien.
Hou hierbij rekening met de wetgeving i.v.m. de mede-eigendom. In het bijzonder de procedure beschreven in artikel 577-2, §9 en §10 uit het Burgerlijk Wetboek.
Twee scenario's voor laadinfrastructuur zijn mogelijk:
Scenario 1 – Je laadt op in groep via een collectieve aanpak
Hierbij liggen alle oplaadpunten achter één collectieve elektriciteitsmeter, zodat ze als groep slim kunnen worden aangestuurd. In samenspraak met Fluvius reserveer je als gemeenschap een specifiek vermogen voor deze groep laadpunten.
Dit scenario vereist goede afspraken met de mede-eigenaars, maar biedt heel wat voordelen.
In functie van het aantal ingeplugde wagens en de ingestelde parameters (bv. de gewenste vertrektijd), verdeelt het centrale systeem het beschikbare vermogen slim over de aangesloten laadpunten. Je laadt dus steeds aan de hoogst mogelijke snelheid op.
Opm. 1: zodra er meer dan 2 laadpunten worden geïnstalleerd is slim laden via een systeem van ‘load balancing’ verplicht, zie de afbeelding beneden.
Opm. 2: Laat ook de interne bekabeling door een installateur nakijken. Het opladen van een elektrische auto betekent immers een
continue belasting van de elektriciteitsinstallatie.
Scenario 2 – Je laadt je wagen zelf op achter je privéaansluiting
In dit geval heb je een elektrische verbinding nodig tussen je oplaadpunt (of stopcontact) en je elektriciteitsmeter. Liggen die elektriciteitskabels er nog niet, dan mogen de kabels alleen in de gemeenschappelijke delen lopen en zijn de kosten voor de eigenaar die de laadinfrastructuur wil aanleggen.
Verder kies je alles zelf: of je laadt via een stopcontact of via een oplaadpunt, het merk en het type van het oplaadpunt.
Het nadeel is dat de oplaadsnelheid eerder beperkt is: tot 10 km rijbereik/u (stopcontact) of 15 km rijbereik/u (oplaadpunt). Wil je toch sneller laden? Kies dan voor scenario 1.
Wie zijn auto wil opladen in een garagebox moet dezelfde afspraken op mede-eigendom volgen als bij het laden op parkeerplaatsen in appartementsgebouwen.
Twee scenario’s voor laadoplossingen zijn mogelijk:
Scenario 1 – Je garagebox heeft een afzonderlijk kadasternummer aan de rooilijn
In dat geval kan de garagebox een afzonderlijke aansluiting krijgen.
Red.: dit is van toepassing in de kelder van Bergerheide.
Scenario 2 – Je garagebox heeft geen afzonderlijk kadasternummer aan de rooilijn
Net als bij collectief laden plaatsen we dan één gezamenlijke meter, opgesteld op een toegankelijke plaats. Het totaal beschikbaar vermogen wordt het best via een slimme sturing over de verschillende laadpunten verdeeld. Net als bij collectief laden maak je goede afspraken met de mede-eigenaars.
Als eigenaar van een appartement of als VME in residentie Bergerheide kunt via een onlineformulier een publieke laadpaal aanvragen op het openbaar domein.
De Vlaamse Regering duidde laadpaaloperatoren aan die in 2023 en 2024 de uitrol zullen verzorgen in de deelnemende Vlaamse steden en gemeenten.
Als er geen plaats is voor een laadpaal of er is een negatief advies van de brandweer in een ondergrondse parking, en een bestaand publiek laadstation te veraf is, kunt u zo toch een paal op maximaal 250 meter van de drie blokken verkrijgen.
Deze voorwaarden gelden:
Er wordt gebruik gemaakt van een batterij-elektrisch voertuig (in eigendom, via een contract van huurfinanciering, huurkoop of gelijkaardig of als bedrijfswagen). Enkel volledig elektrische wagens komen in aanmerking. Er moet dan ook bewijs hiervan aangeleverd te worden in de vorm van een inschrijvingsformulier, een bestelbon of een leasecontract. Verbrandingswagens, PHEV en andere hybride wagens komen niet in aanmerking om een publieke laadpaal op het openbaar domein aan te vragen.
Enkel personenwagens (M1) en lichte vracht (N1) komen in aanmerking.
U beschikt niet over eigen parkeermogelijkheden en/of bent niet in staat om zelf een laadpunt te installeren (bijvoorbeeld na negatief advies van brandweer in een ondergrondse parking of negatief besluit van de VME Bergerheide).
Uw aanvraag is verenigbaar met de plaatselijk geldende parkeerregels.
Er is geen publiek toegankelijk laadpunt op maximaal 250m wandelafstand van de woonst beschikbaar.
Vervolgens moet via het e-loket een online formulier ingevuld worden om een publieke laadpaal in onze buurt aan te vragen.
De dossierbehandelaar bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken gaat na of de aanvraag aan de voorwaarden voldoet en vraagt eventuele aanvullingen op.
Nadat het Departement Mobiliteit en Openbare Werken alle gegevens correct heeft ontvangen, wordt men via e-mail op de hoogte gebracht van de beslissing binnen een termijn van 40 kalenderdagen. Bij een gunstige beslissing wordt de laadpaalexploitant gevraagd om het plaatsingsproces op te starten.
Bij het behandelen van een aanvraag zal niet enkel gekeken worden naar de aanwezigheid van een publiek toegankelijk laadpunt (zowel op openbaar als privaat domein) in de buurt van de aanvrager, maar er zal ook een toetsing gebeuren van de beschikbaarheid van de bestaande laadpunten.
Hierbij zijn er twee elementen van belang:
** bezettingsgraad (is er m.a.w. nog voldoende capaciteit beschikbaar om het bijkomende batterij elektrische voertuig op te laden),
** de kosten verbonden aan het laden en parkeren (deze mogen niet onevenredig zijn t.o.v. de kosten voor parkeren elders op het openbaar domein).
Een semi publieke laadpaal is een oplaadpunt voor elektrische auto’s op privéterrein, waar alleen bepaalde mensen zoals klanten, bezoekers of bewoners toegang toe hebben. Denk aan plekken zoals bedrijven, winkels of appartementen.
Ze zijn niet zo openbaar als laadpalen langs de weg, maar zijn er voor meer mensen dan alleen de eigenaar.
Hoe lang mag je aan openbare oplaadpunten staan?
Bij openbare oplaadpunten mag je meestal niet heel lang parkeren, dit verschilt per plek en de regels van de beheerder van de laadpaal. Hier zijn wat algemene dingen die men moet weten:
Tijdslimieten: soms mag men maar 2 tot 4 uur parkeren bij een oplaadpunt, zodat anderen ook kunnen laden.
Kosten na de limiet: als je te lang blijft staan, kunnen er extra kosten in rekening worden gebracht om je aan te sporen op tijd weg te gaan.
Prijs semipublieke laadpaal plaatsen.
Het is slim om publieke laadpunten bij Bergerheide te zetten, zodat jezelf en de bezoekers hun wagens kunnen opladen.
Het kost wat, maar het is het waard.
Aanschafkosten: De aanschaf van een laadpaal kost gemiddeld tussen € 1.000 en € 3.000, een eenmalige investering die de moeite waard is.
Installatiekosten: Het installeren van de laadpaal varieert meestal tussen € 500 en € 2.000, afhankelijk van de stroomvoorziening en het aantal gebruikers.
Elektriciteitskosten: Gebruikers betalen doorgaans € 0,20 tot € 0,30 per kilowattuur voor de verbruikte stroom.
Onderhoudskosten: Jaarlijks onderhoud om de laadpaal veilig en efficiënt te houden kost zo’n € 100 à € 350.
Beheerskosten: Maandelijkse beheerskosten voor het onderhoud van de laadpaal en de betalingssystemen liggen tussen € 10 en € 30. Dit helpt alles soepel te laten verlopen.
Installatie inbegrepen komt men meestal uit op een prijs tussen 1.000 en 3.000 euro. De regel is: hoe dichter de laadpaal bij de zekeringskast staat, hoe goedkoper dit meestal is. Hou ook nog 100 euro aan de kant voor de verplichte keuring.
Het prijsverschil van de verschillend installaties zit hem meestal in twee zaken. Enerzijds is er het vermogen: hoe snel kan men opladen. Dit is echter ook afhankelijk van hoeveel stroom een wagen kan “tanken” en de capaciteit van het elektriciteitsnet. Investeren in een dure laadpaal waar de wagen niet het maximale uit kan halen, is een dure zaak.
Daarnaast is er ook een technologisch verschil. Sommige laadpalen houden het stroomverbruik netjes bij (gemakkelijk voor wie het stroomverbruik van zijn elektrische bedrijfswagen door de firma ziet terugbetaald), houden allerlei statistieken bij of zijn in staat om “in de andere richting” te werken. Dit wil zeggen dat de batterij van de wagen tijdens piekmomenten, bijvoorbeeld in de vooravond wanneer er gekookt wordt, de verwarming brandt en de televisie opstaat, energie levert aan het huis. ’s Nachts, wanneer elektriciteit goedkoper is, laadt de wagen opnieuw op.
Meer info over de laadpalen vindt je hier.
Laadpalen in een mede-eigendom plaatsen is niet altijd evident. Je eigen parkeerplaats bevindt zich binnen een gemeenschappelijk geheel. Wil je een laadpaal, dan loopt de kabel best door de gemeenschappelijke delen tot aan je eigen parkeerplaats.
Wat mag je doen?
Je mag als eigenaar binnen een mede-eigendom vrij op eigen kosten aan de gemeenschappelijke eigendom veranderingen aan brengen op 2 voorwaarden:
1) mits je de bestemming niet wijzigt en
2) de rechten van de andere mede-eigenaars niet schaadt. Dit is beperkt tot het plaatsen van kabels, leidingen en laadpalen in of op de gemene delen. Je mag dus geen kabels door privatieve kavels zoals bergingen of parkeerplaatsen trekken zonder expliciete toestemming. Ook dient elke elektrische installatie conform de wetgeving te worden gekeurd., neem dit zeker mee in je offerte.
Bij het plaatsen van laadpalen in een mede-eigendom mogen er geen bijkomende kosten zijn voor de mede-eigenaars. Dus een verzwaring van de elektriciteitsmeter kan enkel indien er geen vaste kosten zijn die gemeenschappelijk worden gedragen. Met het aangekondigde capaciteitstarief van 2022 kan je dus niet zomaar verzwaren zonder akkoord van de kostenverdeling.
De persoon die de installatie heeft betaald – zelfs al is deze in de gemeenschappelijk delen – blijft eigenaar van al het materiaal zoals kabels en zekeringkast. Uiteraard ben je ook eigenaar van het laadpunt dat je op je eigen parkeerplaats hebt geïnstalleerd. Montage tegen de muren die gemeenschappelijk zijn is ook toegelaten.
Hoe pak je dit praktisch aan?
Om laadpalen in een mede-eigendom te mogen plaatsen, is er een meldingsplicht naar de mede-eigenaars of via de syndicus. Via een aangetekend schrijven dien je hen op de hoogte te stellen van de geplande werken. Binnen een periode van 2 maanden kunnen enkel de betrokken mede-eigenaars verzet aantekenen en dit op grond van een rechtmatig belang:
Waarvoor kan een aanvraag geweigerd worden?
– er is binnen de VME een verplichting om exclusief slimme laadinfrastructuur aan te sluiten op een gemeenschappelijke meter
– de plaatsing van kabels veroorzaakt belangrijke schade op het vlak van het uitzicht van het gebouw of de gemene delen
– de voorziene werken verzwaren de financiële lasten van andere mede-eigenaars of gebruikers
– kabels of toestellen worden op privatieve delen geplaatst
– er is te weinig vermogen beschikbaar binnen het gebouw om te laden met als gevolg dat alle appartementen dreigen zonder stroom te vallen
De werken dienen uitgevoerd te worden binnen een periode van 6 maanden. Dus spreek goed af met de installateur om de laadpalen snel te plaatsen na akkoord. Bespreek ook met de mede-eigenaars en de syndicus van Bergerheide hoe je de hinder kan beperken. Hoe iedereen op de hoogte van de vorderingen en de planning.
Bron: https://stroohm.be/
Enkele aanbevelingen om laadinfrastructuur te voorzien zodat op lange termijn alles onder controle blijft.
– Exclusief aansluiten via de gemeenschappelijk meter. Deze dient bij meerdere elektrische wagens meestal wel verzwaard te worden, maar dan kan je al het beschikbare vermogen wel optimaal verdelen onder al wie zijn wagen heeft aangesloten. Is er een buur op vakantie of is de batterij nog vol? Dan kan je eenvoudig zijn vermogen verdelen onder de actieve wagens.
– Om het vermogen optimaal te verdelen onder alle laadpalen is het belangrijk dat deze allemaal van hetzelfde merk zijn. Dan kunnen ze technisch communiceren met elkaar om het vermogen te verdelen. Hiervoor zorgen we dat alle laadpalen in een bekabeld netwerk staan zodat ze kunnen communiceren.
– Op de algemene teller met liften dient een slimme “loadbalancing” geplaatst te worden vanaf er meerdere gebruikers zijn om het vermogen prioritair beschikbaar te houden voor de liften en verlichting. Enkel het overschot gaat naar de laadpalen.
– Naar toekomstige uitbreiding is het voordelig om reeds een voldoende groot elektrische bord te voorzien dicht bij de parkeerplaatsen. Zo kan iedereen nadien aan een relatief lage kost aansluiten vanuit dit punt.
– Het elektriciteitsverbruik passeert via de algemene aansluiting en dient door elke bewoner die er gebruik van maakt maandelijks betaald te worden aan de syndicus. Dit proces en facturatie verloopt best automatisch.
Dit alles dien je op een algemene vergadering vast te leggen en overeen te komen welk product en welke installateur dit zal installeren, beheren en opvolgen. Een belangrijke keuze gezien dit de mobiliteit van alle bewoners zal bepalen de komende jaren.
Hoe ziet zo’n installatie er uit en wat kost dit ongeveer?
Vanuit de eerste zekeringkast bij de elektrische aansluiting (meter) dienen we met een voldoende dikke voedingskabel te vertrekken naar een nieuw te plaatsen zekeringkast dicht bij de parkeerplaatsen. Van hieruit kan elke individuele parkeerplaats worden aangesloten. Een zekeringkast voor een 10-tal parkeerplaatsen kost een kleine 2,000€ terwijl een voor een 16-tal parkeerplaatsen op 4,500€ komt. Uiteraard is de totale kost afhankelijk van de meters kabel en montage mogelijkheden hiervan in bestaande of nieuwe kabelgoten.
Nadien heeft elke eigenaar de mogelijkheid om zijn laadpunt aan te sluiten vanaf deze zekeringkast, een gemiddeld bedrag hiervoor – rekening houdend met 20m kabel is een 1,700€ inclusief een slim toestel met load balancing (zie verdere vraag 'wat is load balancing?).
Hoe verdeel je dan de kosten?
Elke vereniging van mede-eigenaars heeft zijn specifieke situatie. Aangeraden is wel om een nieuwe zekeringkast te plaatsing dicht bij de parkings om deze door de algemene middelen te bekostigen door alle eigenaren. Hiervoor is een meerderheid van stemmen (51%) nodig en de kosten zijn ervan beperkt. Het verzwaren van de gemeenschappelijke aansluiting is meestal pas nodig vanaf het moment dat er een 4 tal eigenaren elektrisch willen laden. Stel dat het aantal gebruikers toeneemt en je moet verzwaren, dan worden de gemaakte kosten van de verzwaring verdeeld over alle gebruikers pro rate het aantal laadpunten dat ze wensen. Als er in de toekomst nog meer gebruikers bijkomen, dan betalen zij de noodzakelijke extra verzwaring. Stel dat er een kabel moet getrokken worden door Fluvius om extra vermogen te kunnen leveren, raden we aan om deze ineens voldoende zware kabel te voorzien. Ook de centrale kabelgoot waar alle kabels in komen naar de individuele privatieve parkeerplaatsen, worden door de gemeenschap voorzien.
Iedereen die een individueel laadpunt wenst om zijn wagen te laden mede-eigendom, kan op eigen kosten aansluiten vanaf de gemeenschappelijke zekeringenkast.
De syndicus die de elektriciteit aankoop beheert en facturen betaalt, krijgt dan ook van alle individuele gebruikers maandelijks de betalingen voor hun individueel elektriciteitsverbruik. Dit gebeurt volledig automatisch dankzij de laadpalen die beschikken over een gecertifieerde kWh-teller en een communicatiemodule zodat al het verbruik netjes geregistreerd staat in de cloud. Alle eigenaren krijgen hun maandelijkse factuur op hun naam of op de vennootschap zoals gewenst.
Wat moet je nu doen?
Stap één is altijd te beschikken over de juiste juridische en technische basis, een goed concept over hoe en onder welke condities er laadpalen kunnen geplaatst worden binnen VME van Bergerheide.
Hiervoor dient een duidelijk document te worden opgemaakt met alle technische vereisten binnen het juiste juridisch en technische kader om te voldoen aan alle wetgevingen en veiligheidsvoorschriften. Dit document dit opgenomen te worden in het Reglement van Interne Orde (RIO) zodat er op een veilige manier kan geladen worden zonder dat het licht uit gaat.
Bron: stroohm.
** Klassiek stopcontact
Je kan je elektrische wagen of plug-in hybridewagen probleemloos opladen aan een klassiek stopcontact thuis. Zorg er dan wel voor dat je jouw elektriciteitsnet voorafgaand laat nakijken door een professional. Zo ben je er zeker van dat je je wagen volledig veilig kan opladen. Deze laadmethode is het voordeligst, want je hebt er geen installatie voor nodig en je betaalt je gewoonlijke elektriciteitstarief (of nagenoeg niets als je zonnepanelen gebruikt). Daar staat tegenover dat deze laadmethode wat meer tijd in beslag neemt dan de andere.
** Versterkt stopcontact
Een versterkt stopcontact ziet eruit als een klassiek stopcontact, maar is uitgerust met een differentiële stroomonderbreker die is geïsoleerd van de rest van je elektriciteitsnet in huis. Een versterkt stopcontact verhoogt de veiligheid en het laadvermogen, wat leidt tot een snellere laadtijd dan bij een standaard stopcontact.
** Wallbox in je garagebox of standplaats in de kelder Bergerheide
Wil je jouw plug-in hybridewagen of elektrische wagen thuis zo snel mogelijk opladen? Kies dan voor de installatie van een Wallbox. Je kan dit laadstation aan huis helemaal op jouw wensen afstemmen, Met een Wallbox laad je jouw plug-in hybride of elektrische wagen tot vier keer sneller op!
** Publieke Laadpalen
Er bestaan twee soorten laadpalen: tragere AC-laders op wisselstroom en snelladers (DC) op gelijkstroom. Laadpalen op het werk zijn meestal AC-laders. Laadpalen op parkeerterreinen, langs de openbare weg en aan commerciële centra kunnen zowel AC-laders als DC-laders zijn. Laadpalen langs de snelweg zijn bijna altijd snelladers. Snelladers zijn de snelste laadmethode. Afhankelijk van het laadvermogen van je wagen, is je batterij met een snellader na gemiddeld 30 tot 60 minuten al opgeladen!
Sinds 11 maart 2021 gelden nieuwe verplichtingen in Vlaanderen voor nieuwbouw of ingrijpende renovatieprojecten.
Wie een omgevingsvergunning aanvraagt dient voorbereidende werken te treffen om laadinfrastructuur mogelijk te maken.
Veel mensen kiezen ervoor om hun plug-in hybride of elektrische wagen thuis op te laden aan een (versterkt) stopcontact of Wallbox (meer info i.v.m. de soorten laders, klik hier). Met de mobiele app van je automerk plan je de laadtijd eenvoudig in wanneer jou dat het best of voordeligst uitkomt. Daarnaast bieden steeds meer werkgevers een of meerdere laadpalen op het werk aan.
Maar tegenwoordig kan je in België ook onderweg op talloze openbare plaatsen opladen, zoals op parkeerterreinen, aan commerciële centra en langs de openbare weg of snelweg. Een volledig overzicht van alle openbare laadpalen in België en de omringende landen vind je hier.
Laadpunten voor waterstofwagens zijn op dit ogenblik nog beperkt. Slechts enkele tankstations in België bieden momenteel waterstoflaadpunten aan. Hier ontdek je ze allemaal.
De accu is het hart van een elektrische wagen. Daar draag je best extra zorg voor, bijvoorbeeld door hem niet volledig te laten vol- of leeglopen.
Laad de batterij niet tot 100 procent op
Een volle tank geeft een gerust gevoel wanneer je met een elektrische wagen op pad gaat. Maar met een bijna volle tank rij je uiteindelijk verder. Het klinkt onlogisch, maar je doet er goed aan om de accu van je elektrische wagen niet helemaal op te laden. Op lange termijn presteert een lithium-ion batterij presteert optimaal wanneer hij tot maximum 80% van zijn opslagcapaciteit wordt gevuld.
Laat de batterij niet tot 0 procent leeglopen
De accu volledig laten leeglopen is al even onverstandig als hem volledig te laten vollopen. Put je de batterij regelmatig uit tot minder dan 5% van zijn laadcapaciteit, dan kan hij permanent aan kracht verliezen. Vuistregel: laat het laadpercentage van je elektrische auto nooit tot onder de 10% zakken.
Geen paniek
Een batterij aan 100 procent of 0 procent valt te vermijden, maar is niet verboden. Als je de accu van je elektrische wagen 1 of 2 keer per jaar tot het uiterste drijft, bijvoorbeeld op weg naar je vakantiebestemming, dan blijft zijn levensduur intact.
* Je rijdt verder met een bijna volle tank omdat je dan ook terug energie kunt regeneren met de one-pedal-drive
* Misschien nog wel interessant om te weten is dat hoe lager je batterijpercentage is hoe sneller je batterij vol zal laden
Hoe ver kan je elektrisch rijden vooraleer je – zonder stroom – stilvalt? De actieradius of range van een elektrische auto wordt bepaald door de capaciteit van zijn batterij en zijn verbruik.
Hoe groter en zwaarder een voertuig, hoe hoger zijn verbruik. Die logische regel geldt evengoed voor elektrische wagens als voor wagens met een verbrandingsmotor. Alleen wordt het verbruik van elektriciteit aangeduid in kilowattuur, niet in liters. Eerder zuinige modellen klokken af op ongeveer 15 kilowattuur (kWh) per 100 kilometer, zwaargewichten hebben 20 tot 25 kWh per 100 kilometer nodig.
Ook je gebruik bepaalt je verbruik. Zet je de verwarming of airco aan, dan kost je dat elektriciteit en dus kilometers. Met een defensieve rijstijl kan je energie terugwinnen, dankzij het systeem van regeneratief remmen.
Ook het rijgedrag en de weersomstandigheden hebben een negatieve invloed op de actieradius van een elektrische auto. Zowel te snel (meer dan 110 km/u) als te koud of te warm hebben een negatieve impact en kunnen in extreme gevallen het rijbereik met 30 procent verminderen.
Onderschat ook de impact van de luchtweerstand van de auto niet op het verbruik. Over betrouwbare concrete cijfergegevens hierover beschikken we spijtig genoeg niet.
Nog een logische regel: hoe groter de batterij van een elektrische wagen, hoe groter zijn capaciteit.
Vandaar dat de actieradius van een grote elektrische wagen over het algemeen verder reikt dan van een kleine EV.
Een load balancing systeem zorgt ervoor dat het beschikbare vermogen zo goed mogelijk wordt verdeeld en benut over de aanwezige afnemers. Het nodige aansluitvermogen kan hierdoor een heel stuk kleiner worden.
Wanneer meerdere partijen opladen achter één teller worden de laadkosten verrekend door één centrale partij die aangesteld is voor de VME (vereniging van mede-eigenaars). Dit kan syndicus zijn of de laadpaalbeheerder.
Het interieur van een auto wordt bij een auto met verbrandingsmotor vooral opgewarmd door restwarmte van de motor. Een elektrische auto produceert amper restwarmte en moet daarom een beroep doen op een elektrische bijverwarming.
Die verbruikt heel wat energie, en die energie wordt afgenomen van de batterij, wat een funest effect heeft op het rijbereik – zeker in de winter. Daarom is het belangrijk om de auto op voorhand op temperatuur te brengen, wanneer hij nog ingeplugd is.
Om onderweg zo efficiënt mogelijk warmte te creëren beschikken vele elektrische auto’s vandaag over een warmtepomp.
Die onttrekt warmte aan de buitenlucht of eventuele restwarmte uit de batterij en de aandrijflijn. Hierdoor moet je geen energie uit de accu van de wagen nemen en kan je dus verder rijden. De warmtepomp gebruikt een compressor om het koelmiddel aan te drijven en warmte van andere delen van de wagen naar het interieur te verplaatsen. Omdat dit proces efficiënter is dan een elektrische verwarming, bespaart het batterijvermogen en helpt het je om de reële actieradius te vergroten.
Alle laadpalen > 4kW aangesloten op het laagspanningsnet dienen aangemeld te worden bij Fluvius.
Het is perfect mogelijk om een elektrische wagen op te laden via een regulier stopcontact, maar misschien niet altijd even verstandig.
Eerste bezwaar: het duurt lang, tot wel 24 uur en soms zelfs nog meer. Aangezien een wagen gemiddeld 90 procent van de tijd stilstaat, hoeft dat echter geen onoverkomelijke problemen te stellen. Tijd genoeg om je wagen thuis op te laden.
Tweede bezwaar: het is niet zonder gevaar. Wanneer je de stekker van de wagen in hetzelfde stopcontact steekt als je wasmachine zonder beveiliging, dreigt er brandgevaar door oververhitting van de oplaadkabel. Een speciale oplaadkabel met stroombegrenzer biedt meer bescherming, maar langdurige belasting van de kabel en het stopcontact kan kortsluiting veroorzaken en leiden tot brand.
Een 230V net is minder geschikt om laadinfrastructuur op aan te sluiten. Elektrische voertuigen zijn ontworpen om te laden op 400 V. Indien nog geen 400 V aanwezig is op een locatie dan kan Fluvius 400V voorzien tegen een vaste forfaitaire prijs (tarief 2021: 524,06€). Dit tarief komt bovenop de gebruikelijke tarieven voor aansluitingen en is van toepassing voor aanvragen kleiner dan 25 kVA.
Er zijn vijf mogelijkheden om de batterij van je elektrische auto op te laden. De eerste drie manieren werken met wisselstroom, die eerst door de interne omvormer (boordlader) van de auto moet worden omgezet in gelijkstroom om de batterij te kunnen voeden. De laatste twee werken rechtstreeks met gelijkstroom.
Met de bijgeleverde standaard laadkabel. Als je die inplugt in een geaard stopcontact van 10 ampère, dan kun je tot 2,3 kW per uur onttrekken aan het stroomnet. Dit is dan ook de traagste manier om te laden.
Met een wallbox. Die is bij voorkeur gemonteerd op een apart circuit en kan naargelang van de beschikbare stroomsterkte tussen de 3,7 en de 22 kW afleveren. Om over meer dan 7,4 kW te kunnen beschikken heb je driefasestroom nodig. Je auto zelf moet natuurlijk ook overweg kunnen met het geleverde vermogen en drie in plaats van één fase.
Aan een gewoon publiek laadpunt. Het geleverde vermogen schommelt tussen 7.4 en 22 kW, eveneens afhankelijk van de hoeveelheid fasen (een of drie). Als er twee auto’s aan dezelfde paal hangen, dan kan het zijn dat het totale vermogen verdeeld wordt over de beide voertuigen. Hoeveel vermogen naar welke auto gaat, hangt af van de laadstatus van hun batterij en van de sterkte van hun boordlader.
Aan een snellader. Het beschikbare vermogen schommelt tussen 40 tot 350 kW, naargelang van de output van het laadpunt en de eigen technologie van de auto. De meeste elektrische auto’s halen vandaag 100 à 150 kW. Een half uurtje laden volstaat meestal om van 10 naar 80 procent laadstatus te gaan.
Door regeneratief te remmen. Bij het uitrollen of het vertragen werkt de elektromotor als een dynamo, die de energie aan de draaiende wielen onttrekt om haar om te vormen in laadstroom voor de batterij. De hoeveelheid energie die gerecupereerd kan worden is vaak gelijk aan de hoeveelheid energie die de batterij kan onttrekken aan een snellaadpaal.
Door de sterk gestegen vraag naar elektrische auto’s stijgt ook de vraag naar batterijen. En dus ook naar de bestanddelen van accu’s zoals lithium, een zogenaamd zeldzaam aardmetaal. Naar verluidt experimenteert het Chinese CATL met een nieuw type cel dat gebruikmaakt van natrium-ion en bovendien kobalt- en nikkelvrij is.
Nu is lithium-ion de hoofdcomponent van accucellen, waarvan er maar een beperkte voorraad in de ondergrond zit. Zoals de zaken er nu voorstaan, ontstaat er vanaf volgend jaar een groot tekort aan lithium. Vandaar dat de batterijproducten op zoek zijn naar alternatieven.
Volgens waarnemers gaat CATL (Contemporary Amperex Technology Co) voorop in deze wedren tegen de tijd. Naar eigen zeggen zou het tegen 2023 klaar zijn voor de productie van natrium-ioncellen. Die bevatten weliswaar minder energie dan een gelijke hoeveelheid lithium-ioncellen, maar ze kunnen wel sneller worden opgeladen en zijn performanter onder koude temperaturen. Bovendien bevatten natrium-ionbatterijen geen kobalt of nikkel. De behoeders van de gezonde lucht zullen het graag lezen.
Nog niet is geweten hoe de prijs van natrium-ioncellen zich verhoudt tot lithium-ion cellen. Aangenomen wordt dat ze goedkoper zijn. Natrium komt in overvloed voor in de natuur maar moet wel nog worden geraffineerd. Hoe hoger de raffinagegraad, hoe hoger de prijs. Te horen is dat ook de energiedensiteit van de natrium-ioncellen nog naar omhoog moet.
Elektrische auto’s zijn hoe langer hoe meer leverbaar met meerdere batterijgroottes. Stelt zich de vraag of de batterij met het hoogste aantal kWh ook de beste is?
Een grote batterij heeft meer vermogen (kWh), garandeert in principe sneller optrekken en doorgaans ook een hogere topsnelheid, maar weegt ook meer waardoor sneller optrekken niet altijd het geval is. Wat zeker is, is dat een EV met een grote batterij meer verbruikt dan hetzelfde model met een kleinere accu door het hogere gewicht. Dat zorgt bovendien voor extra slijtage van de banden en remmen.
Houd er ook rekening mee dat een grotere batterij een langere oplaadtijd vergt. Aan een snellader gaat het om enkele minuten, maar aan een wallbox thuis kan het om een paar uur gaan. Wat weerom wordt gecompenseerd door het feit dat een grote batterij een groter rijbereik heeft.
Ook een overweging waard: hoe groter de accu, hoe groter de hoeveelheid aan kostbare zogenaamde zeldzame aardmetalen die wordt gebruikt voor de productie.
En last but not least: de prijs. Een grotere batterij kost uiteraard meer, maar geeft je ook meer zekerheid.
Denk dus goed na voor je beslist, maak een afweging van voor en tegen op basis van je mobiliteitsprofiel. Er bestaan diverse apps die helpen je mobiliteitsgewoonten en behoeften in kaart te brengen.
In hun geheel zijn elektrische wagen minder gevoelig voor slijtage, omdat ze minder mechanische onderdelen aan boord hebben dan wagens op fossiele brandstof.
De banden van een elektrische wagen slijten tot 30 procent sneller dan die van een wagen met een klassieke verbrandingsmotor.
Dat heeft 2 oorzaken:
* De batterij aan boord van een elektrische wagen is zo zwaar, dat de banden daardoor aanzienlijk worden belast.
* Een elektrische motor bereikt onmiddellijk zijn volle vermogen als je het energiepedaal indrukt, wat zorgt voor een sportieve rijervaring, maar ook voor extra druk op de banden.
Een nuance: doordat het gewicht van de batterij in een elektrische wagen gelijkmatig verdeeld is, wordt ook de slijtage van de banden gelijkmatiger gespreid.
De fabrikanten van autobanden blijven niet bij de pakken zitten. Zo ontwikkelen ze banden van een zachter rubber, dat beter bestand is tegen snel optrekken en dus de levensduur optrekt. Om het hogere gewicht van de wagen goed te kunnen dragen, krijgen banden ook een stevigere zijwand.
In hun geheel zijn elektrische wagens minder gevoelig voor slijtage, omdat ze minder mechanische onderdelen aan boord hebben dan wagens op fossiele brandstof.
Een doorsnee elektrische gezinsauto weegt al snel twee ton. Grotere SUV’s op batterijen flirten schaamteloos met de kaap van 2.500 kilo.
Hun overgewicht is toe te schrijven aan hun batterijcellen: een grote auto heeft een grote batterij nodig, en hoe groter de accu, hoe zwaarder het voertuig. Het totale batterijpakket inclusief behuizing, koelcircuits en randapparaten kan bij grote EV’s wel zeshonderd kilo wegen.
Het gewicht van de accu wordt in grote mate bepaald door de energiedichtheid ervan. Lithium-ionbatterijen, de meest courante soort vandaag, kunnen in verhouding vrij veel energie opslaan. Ze zijn echter nog steeds erg zwaar, te wijten aan hun vloeibare elektrolyt. Het elektrolyt is het medium dat de elektronenstroom tussen beide polen van een batterij bewerkstelligt.
Wel is het zo dat elektromotoren minder hinder ondervinden van massa dan verbrandingsmotoren. Ze beschikken over veel meer koppel, dat bovendien meteen beschikbaar is.
De meeste autoverzekeraars maken geen onderscheid voor de premieberekening op basis van het motortype. De meeste risico’s zijn immers dezelfde, of het voertuig nu elektrisch is of op fossiele brandstof rijdt. Wel is het zo dat wanneer de aankoopprijs van een EV hoger ligt dan die van een auto met verbrandingsmotor, dat verschil zich logischerwijze vertaalt in een hoger tarief.
Bovendien is het zo dat elektrische auto’s soms over meer vermogen beschikken dan een model met
benzine- of dieselmotor. Hoe meer pk’s, hoe hoger het statistische risico op een incident en dus hoe meer premie je betaalt, net zoals dat het geval bij een gelijkaardig klassiek model.
Doorgaans zijn elektrische auto’s duurder om te repareren na een aanrijding dan niet-elektrische auto’s. Hun onderdelen kosten meer, maar ze zijn ook vaker uitgerust met geavanceerde sensoren en camera’s. Ook mag niet om het even welke koetswerkhersteller aan de reparatie van een EV beginnen, te wijten aan het hoogspanningsgevaar. Ook dit doet een duit in het premiezakje.
Anderzijds vergen elektrische auto’s veel minder onderhoud. Ze hebben immers geen oliewissels en dergelijke nodig. Bovendien genieten ze vaak van een uitgebreide waarborg op hun batterij en aandrijflijn, die tot wel 8 jaar en 200.000 kilometer gedekt zijn tegen gebreken.
Heeft waterstof nog meer toekomstperspectief dan elektriciteit als aandrijvingsbron voor auto’s? Dat valt nog te bezien. Autogiganten Toyota en Honda zien in waterstofgas de ultieme oplossing voor zero-emissie, maar minstens evenveel producenten geloven meer in batterij-elektrische voertuigen.
Een waterstofwagen is uitgerust met een brandstofcel, die waterstof omzet in elektriciteit. Bij deze chemische reactie komt enkel water vrij. Die zuivere stof komt via de uitlaat onder de vorm van waterdamp in de lucht terecht. De geproduceerde elektriciteit drijft de elektromotor van de wagen aan.
De meest ecologische oplossing? Waterstof heeft een streepje voor op elektriciteit omdat er geen accu bij aan te pas komt. De accu in een elektrische wagen bevat zeldzame materialen, die niet altijd op de meest milieuvriendelijke manier worden ontgonnen. Elektriciteit wint het dan weer op efficiëntie. Waterstof moet worden opgeslagen, getransporteerd, opnieuw opgeslagen en getankt. Bij al deze stappen gaat energie verloren. Alles samen verbruikt een waterstofauto meer elektriciteit dan een batterij-elektrische wagen.
Waterstof tanken gaat wel veel sneller dan het opladen van een accu. Probleem is dat er vandaag slechts een handvol waterstofstations in België staat. Het uitbouwen van een performant netwerk van waterstoftankstations neemt makkelijk tien jaar of langer in beslag. Vergeet ook de prijs niet: aan de pomp betaal je ongeveer 10 euro voor een kilo waterstof. Daarmee haal je een afstand van gemiddeld 100 kilometer. Behoorlijk prijzig, dus.
Waterstofauto's: Een schoon alternatief?
Waterstofauto's worden gezien als een veelbelovende optie voor een schoner vervoer. In plaats van benzine of diesel gebruiken ze waterstof als brandstof. Dit wordt in een brandstofcel omgezet in elektriciteit, die vervolgens de elektromotor aandrijft. Het enige wat uit de uitlaat komt, is waterdamp.
Voordelen van waterstofauto's:
Snel tanken: Een groot voordeel is dat het tanken van een waterstofauto net zo snel gaat als bij een benzine- of dieselauto. In enkele minuten is de tank vol.
Grote actieradius: Waterstofauto's hebben vaak een aanzienlijk grotere actieradius dan veel elektrische auto's, waardoor ze geschikt zijn voor langere afstanden.
Milieubewust: Tijdens het rijden stoten waterstofauto's geen schadelijke stoffen uit, zoals CO2. Ze zijn dus een stuk schoner voor het milieu.
Vergelijkbare rijervaring: Het rijden in een waterstofauto voelt vergelijkbaar aan als in een conventionele auto. Je hebt geen last van lange laadtijden en de auto is krachtig.
Maar er zijn ook enkele uitdagingen:
Hoge kosten: Zowel de aanschaf als het tanken van een waterstofauto is momenteel nog duurder dan bij elektrische auto's.
Weinig tankstations: Het netwerk van waterstoftankstations is nog beperkt, waardoor de beschikbaarheid van deze auto's beperkt is.
Productie van waterstof: Hoewel waterstofauto's tijdens het rijden schoon zijn, is de productie van waterstof zelf vaak nog gebaseerd op fossiele brandstoffen.
Conclusie:
Waterstofauto's bieden veel potentie als een schoon alternatief voor traditionele auto's, maar er zijn nog wel wat obstakels te overwinnen. Als de productie van waterstof schoner wordt en het netwerk van tankstations wordt uitgebreid, kunnen waterstofauto's een belangrijke rol spelen in de toekomst van duurzaam vervoer.
De brandveiligheid van elektrische wagens is de voorbije jaren uitvoerig onderzocht en getest.
Conclusie: het gevaar op brand bij een elektrische wagen is niet groter, maar integendeel lager, dan bij een wagen met een verbrandingsmotor.
Daar bestond twijfel over, nadat enkele elektrische wagens vuur hadden gevat terwijl ze aan het opladen waren in ondergrondse garages. De ongevallen werden toegeschreven aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Het is bekend dat de lithiumaccu van een elektrische wagen bij intensief gebruik en tijdens het opladen opwarmt, maar oververhitting en explosiegevaar komen uiterst zeldzaam voor.
Verschillende onderzoeken toonden al aan dat elektrische auto’s minstens even – of zelfs meer brandveilig zijn dan auto’s met een verbrandingsmotor.
Zo vond de Zweedse autoriteit MSB in 2022 dat er in verhouding veel minder autobranden waren bij elektrische en hybride auto’s (0,004 %) dan bij auto’s met een verbrandingsmotor (0,8 %). In Nederland deed het Instituut Fysiek Veiligheid (IFV) een vergelijkbare bevinding in 2021. Toen waren elektrische auto’s verantwoordelijk voor 1,3 % van alle autobranden, terwijl ruim 4 % van alle Nederlandse auto’s elektrisch was.
Als een EV vuur vat is de brandontwikkeling razendsnel en het vuur extreem heet waardoor er onherstelbare schade aan het gebouw kan optreden en de gevolgen niet te overzien zijn. Er komen ook heel veel toxische stoffen vrij en een batterijbrand is bijna niet te blussen, het voertuig moet uit de parking worden verwijderd en daarna minimum 10 dagen ondergedompeld worden in een bak met water.
Een batterijbrand is een chemische brand waarbij er een zogenaamde "thermal runaway"-reactie ontstaat waardoor de brand telkens terug aanwakkerd.
Door het vrijkomen van toxische en brandbare gassen kan er ook ontploffingsgevaar ontstaan.
Een brandend voertuig uit een ondergrondse parking verwijderen is een bijna onmogelijke opdracht voor de brandweer.
Veiligheidsexperts van brandweer en verzekeringen raden daarom aan om ondergronds parkeren van EV's te verbieden en om laadpalen minimum 15 meter van de gevel van een gebouw te plaatsen.
Gemeenschappelijke meter voor het opladen van elektrische voertuigen (EV’s) in appartementen (zie verder 1*).
Gemeenschappelijke meter voor parkings, garageboxen (zie verder 2*)
Basisprincipes:
Laadinfrastructuur wordt standaard aangesloten op 400 V.
Meer dan 2 laadpunten maken verplicht gebruik van load balancing om het aansluitvermogen te beperken.
Vermogens meer dan 100 kVA worden standaard aangesloten op een cabine.
Snellaadinfrastructuur wordt standaard aangesloten op een klantcabine.
Thuisladen is traagladen aan max. 3,7 kW - 16A mono of 11 kW - 3F16A.
Opladen achter eigen teller in appartementen kan tot max. 3,7kW - mono 16A.
1* Kenmerken gemeenschappelijke meter voor het opladen EV's
Voorkeur op de meter algemene delen, een extra meter kan indien vermogen dit vergt.
Tot 80A (<56 kVA) op algemene delen in de bestaande teller batterij.
Meer dan 80A vraagt een afzonderlijke meteropstelling met een AMR-meter.
De VME onderschrijft het aansluit- & leverancierscontract.
Eén laadpuntbeheerder (VME of derde) die instaat voor de goede werking & facturatie.
Slim laden (load balancing) verplicht te voorzien.
Denk toekomstgericht bij de eerste aanvragen. Maak een inschatting van de toekomstige noden.
Noodzaak om een klant/distributiecabine te voorzien in het project dient steeds afgetoetst te worden. Fluvius zal een studie uitvoeren in overleg met de klant en i.f.v. zijn toekomstige noden.
Voor meters tussen 100 - 170 kVA zal de studie bepalen of deze op een distributiecabine of een klantcabine gevoed zullen worden.
>170 kVA wordt altijd gevoed via een klantcabine.
2* Gemeenschappelijke parking in een verkaveling of garageboxen.
Dezelfde principes zijn van toepassing als voorgaande richtlijnen voor appartementen.
Eén meter te voorzien voor alle laadpalen.
Garageboxen kunnen onderdeel uitmaken van een appartement of een afzonderlijk geheel zijn.
Parameters die je helpen het juiste vermogen te kiezen:
Hoeveel km per dag moet iedere wagen kunnen bijladen?
Hoeveel wagens moeten er tegelijk kunnen opgeladen worden?
Hoeveel tijd is er om de wagens op te laden?
Op welk moment van de dag moet er geladen worden?
...
Volgens de UVS (Unie van Syndici) is het noodzakelijk om, eerst en vooral, het elektrisch laden voor iedereen mogelijk te maken in appartementsgebouwen. D.w.z. het gebouw voor te bereiden zodat iedereen die het wil, of iedereen die vroeg of laat een elektrische auto zal aanschaffen, op een veilige en correcte manier zijn auto elektrisch kan laden. Een collectieve voorbereiding van het gebouw (afzonderlijke meter) is dus onontbeerlijk en biedt meerdere voordelen.
Load-balancing
Wordt er binnen de VME een toename van e-rijders verwacht? Dan is het verstandig te kiezen voor een laadoplossing die de beschikbare stroom efficiënt verdeelt via load balancing en een energiemanagementsysteem. Het aantal laadpunten dat op een netaansluiting kan worden aangesloten, wordt bepaald door de sterkte van de aansluiting en het totale energieverbruik. Met een energiemanagementsysteem wordt de beschikbare stroom slim verdeeld over voertuigen die gelijktijdig willen opladen, waardoor de capaciteit van de netaansluiting optimaal wordt benut. Als de capaciteit toch onvoldoende blijkt, kan de netaansluiting eventueel worden verzwaard.
Kostenbesparing
Omdat de complexiteit wordt verminderd bij een gemeenschappelijke infrastructuur, ten opzichte van vele verschillende laadstations op eigen teller, zal er op een veel efficiëntere manier geïnstalleerd worden. Bewoners hoeven hun huisinstallatie ook niet niet individueel aan te passen of te herkeuren, en het organiseren van laadmogelijkheden voor bezoekers wordt eenvoudiger. Bovendien kan de beschikbare netcapaciteit beter worden beheerd en gecontroleerd door de netbeheerder, wat bijdraagt aan een efficiënter en toekomstbestendig energiebeheer binnen de VME.
Financiering
De financiering van de gemeenschappelijke basisinstallatie zal worden gedragen door de eigenaren van de parkings zich neemt. Deze kost wordt verdeeld onder de mede-eigenaars volgens een afgesproken verdeelsleutel. Deze aanpak zorgt voor een collectieve investering in een toekomstbestendige infrastructuur, waarbij iedereen binnen de VME profiteert van een optimale laadcapaciteit en een efficiënt energiebeheer.
Risicoanalyse
Indien nodig zal er een risicoanalyse worden uitgevoerd. Hierin wordt vooral gekeken naar:
• Ventilatie
• Waterinfiltratie en vochtproblemen
• IP-classificatie infrastructuur
• Toegang tot parking
• Noodknop
• Schaalbaarheid infrastructuur
• ....
Brandveiligheid
Dankzij de ingebouwde overbelastingsbeveiliging in haar laadstations kan de installateur zorgen voor de integriteit van het elektrische systeem en bescherming tegen mogelijke risico's, zodat gebruikers van Bergerheide met een gerust hart kunnen laden.